Echografie

Echografie

  • Het RIZIV verbied meerdere echografies/dag.
    Slechts één echografie wordt vergoed/dag.
    Uitzondering: meerdere musculoskeletale regio's samen zijn wél toegelaten.
    Bij twijfel belt u ons 09-233.08.93.
  • Doppler-benen: graag specifiëren veneus OF arterieel, gezien de fundamenteel andere etiologie. Uiteraard beiden indien nodig.
  • Echo bovenbuik: nuchter
  • Echo onderbuik (transabdominaal): matig volle blaas (1/2 liter drinken één uur voor onderzoek).

Lever steatose (NAFLD)/fibrose(NASH): objectivering.

15-20% van de volwassen bevolking heeft een vorm van steatose (NAFLD: Non-Alcoholic Fatty Liver Disease, 'foie gras', leververvetting). Bij obesitas (BMI > 30) blijkt bij 80% een NAFLD. Bij steatose ontstaat een opstapeling van trigliceriden macrovesiculae, waarvan de graad (S0 > S3) afhangt van het % vettig - tov. normaal leverweefsel. In de VS verwacht men tegen 2030 NAFLD bij de helft van de bevolking. Een in principe reversibele steatose evolueert echter in 20 % naar een irreversibele steato-hepatitis: NASH (Non-Alcoholic Steato-Hepatitis). NASH is een actieve inflammatie, waarbij hepatocyten onherstelbaar vervangen worden door fibrotisch litteken weefsel. De fibrose wordt gegradeerd F0 > F4 (METAVIR). NASH evolueert in 10% naar cirrose (F4), waarvan de helft daarvan evolueerd naar hepatocarcinoom. Op dit ogenblik blijkt deze groep nu reeds de belangrijkste indicatie voor levertransplantatie te zijn.

Aangezien de groep steatose reeds groot én groeiend is, blijkt er nood aan een eenvoudige, reproduceerbare en betaalbare screening methode voor het objectiveren van steatose/steatohepatitis. Noteer dat bij 50% van de steatose patiënten de transaminasen normaal blijken. Leverfibrose wordt niet altijd voorafgegaan word door steatose. Dus zowel de graad van steatose als de graad van fibrose dient geëvalueerd te worden bij vermoeden van chronische leverpathologie.

Steatose:

Objectiveren van de steatose kan door middel van:

  • Biopsie: invasief (mortaliteit 0,3 °/°°), klein sample, kostbaar, intramuraal, 25% vals negatief.
  • MR (Magnetische Resonantie): H1- MR-Spectroscopie. Betrouwbaar, doch duur en niet vlot beschikbaar.
  • CT (Computer Tomografie): Matig betrouwbaar, stralingsrisico, vrij duur, matig vlot beschikbaar.
  • Echografie: Hepato-Renale Index : Betrouwbaar, redelijke kostprijs, (nu nog) matig vlot beschikbaar.

Bijgevolg kan een relatief eenvoudige Echografie een belangrijke plaats als screenings modaliteit innemen in de nabije toekomst. De meest eenvoudige parameter is de densiteit (grijswaarde) van de lever te delen door die van de rechter niercortex: HRI (Hepato-Renale Index).

  • S0 (HRI < 1.5)=normaal (<5% vetgehalte)
  • S1 (HRI 1.5 - 1.9)= lichte steatose (5-33% vetgehalte)
  • S2 (HRI 1.9 - 2.2)= matige steatose (33-66% vetgehalte)
  • S3 (HRI > 2.3)= ernstige (>66% vetgehalte)

Fibrose:

Objectiveren voor de graad van fibrose kan door middel van :

  • Biopsie: klein sample, invasief (mortaliteit 0,3 °/°°), kostbaar, intramuraal, 25% vals negatief sample.
  • MR-Elastografie. Moeizaam beschikbaar, kostbaar, maar wel betrouwbaar.
  • Fibroscan: Matig betrouwbaar, redelijke kostprijs, matig vlot beschikbaar (intramuraal). Mechanische puls doorheen de huid thv. de lever wordt opgevangen en geanalyseerd. Goed reproductief, maar geen visualisatie van lokatie. Vrij veel vals- en vals+.
  • Echografie: 'Shear-wave' ELASTOGRAFIE. 10 tal verschillende samples kunnen worden genomen worden op plaatsen waar bv. geen vaten of leverletsels zitten. Betrouwbaar, vlot beschikbaar en redelijke kostprijs. Geen stralenrisico dus ook geschikt als follow-up methode (Bvb. bij Hep.C screening)

Shear-wave ELASTOGRAFIE is beschikbaar op high-end Echografietoestellen. Het is betrouwbaarder dan Fibroscan. Er is echter wel een arts-radioloog voor nodig. Bij een lever steatose zonder fibrose kan een leverbiopsie vermeden worden. Shear-wave resultaten worden uitgedrukt in m/s. of kPa., voor METAVIR score :

  • F0= (0.81 - 1.22 m/s.): normaal
  • F1-F2= (1.22 - 1.37 m/s.): normaal, tot milde fibrose
  • F2-F3= (1.37-2.00 m/s.): milde tot matige fibrose
  • F3-F4= (>2.0 m/s.): matig tot ernstig fibrose (cirrose)

Vooral de diffentiatie tussen < F2=geen significante fibrose, en> F2 = significante fibrose, is relevant.

Conclusie:

Bij vermoeden van steatose/fibrose (hoge BMI, metabool syndroom, hepatitis, Type II diabetes, etc) is het bepalen van de HRI én Elastografie dmv. lever echografie een betrouwbare methode voor het objectiveren van de graad van vervetting (S0 > S3) en fibrose (METAVIR F0 > F4). Bij 50% van de steathose patiënten zijn de transaminasen niet verhoogd zijn. 50% van de leverbiopsies kunnen alzo vermeden worden, en er kan jaarlijks gescreend worden op evolutie. Steatose (NAFLD) is reversibel, leverfibrose (NASH) vooralsnog niet. Direkte visualisatie van de leververvetting door de patiënt zelf, als een té 'wit' orgaan, tov. de niercortex, kan een krachtige 'trigger' zijn om aandachtiger te zijn voor (bvb.) voedingsgewoonten.